Tekst: Lonneke Tausch
De muziek van de Amerikaan John Williams (New York, 1932) klinkt al decennialang wereldwijd in de bioscoop. De componist dankt zijn faam aan de soundtracks bij tientallen Hollywood-blockbusters; denk aan Star Wars, Dracula, E.T., Jurassic Parc, Jaws, Schindler’s List, Harry Potter.
Onderwijl is hij altijd ook blijven componeren voor het concertpodium. Zo gaat hij gestaag de verschillende instrumenten van het symfonieorkest langs met een soloconcert. In 1969 verscheen als eerste zijn Flute Concerto, in 1976 het Violin Concerto, en al als derde – in 1985 – bediende hij de tuba met een soloconcert. Klarinet, cello, fagot en trompet zouden volgen en aan een hoornconcert wordt gewerkt.
Het Tuba Concerto was een compositieopdracht bij het eeuwfeest van het Boston Pops Orchestra, waarvan Williams jarenlang dirigent was. Hij droeg het stuk op aan Chester Schmitz, de solotubaïst van het gezelschap, en dirigeerde zelf de première.
Williams’ Tuba Concerto heeft drie delen die zonder onderbreking in elkaar overlopen. Het thema van Superman is te herkennen in het eerste deel, Allegro moderato. Dit openingsdeel mondt uit in een acrobatische tubacadens vol trillers en verkenningen van alle registers van het instrument. In het langzame middendeel, Andante, laat de tuba zich van zijn lyrische kant horen. De slotnoot is zó laag dat de trillingen ervan zowat voelbaar zijn. Het jazzy slotdeel – Williams’ vader was jazzdrummer – gaat van start met een koperfanfare en richting het briljante einde wedijveren virtuositeit en snelheid met elkaar. John Williams over de tuba: ‘Ik heb altijd van het instrument gehouden en heb zelfs een beetje tuba gespeeld. Voor de Dick Van Dyke-film Fitzwilly (1967) heb ik een grote tubasolo geschreven en sindsdien ben ik altijd graag voor het instrument blijven componeren. De tuba is zó behendig!’